Maaien

Bloemen bloeien talrijk in een aantal terreinen die gemaaid worden, zoals bermen. Juist als ze zaad dragen is de verspreiding daarvan door maaien groter. Zo blijft de groei en later de bloei terugkomen, is er het volgende jaar soms meer van en hoeft er niet iets ingezaaid te worden. Voor de mens een mooi gezicht en voor insecten voedsel. Maar er zijn nog meer redenen om te maaien. 

Bloemrijk hooiland

Biodiversiteit en recreatie

Het soort terrein en het doel waarvoor het gebruikt wordt bepalen het aantal keren dat per jaar gemaaid wordt en of het maaisel blijft liggen of afgevoerd wordt. Zo is extensief maaien met afvoer van het maaisel goed voor de biodiversiteit. En intensief maaien fijn voor recreanten die willen zonnen, voetballen of picknicken. En bij de keuzes die we maken, kijken we natuurlijk ook naar de kosten daarvan. 

Lees hieronder meer over de soorten gebieden - of 'doeltypen' zoals wij die noemen - en de frequenties van maaien die daarbij horen.

Moeras, rietland en natuurvriendelijke oevers

Jaarlijks wordt een derde deel van het deze terreinen gemaaid, zodat in een cyclus van 3 jaar al het riet een keer aan de beurt is geweest. Dit doen we voor de variatie: er staat dan zowel 1-jarig, 2-jarig als overjarig riet en dat herbergt verschillende soorten flora en fauna. Daarnaast wordt bij lange oevers steeds 200 meter gemaaid en dan weer 400 meter niet. Hierdoor blijft er diversiteit op kleine schaal en ook zicht op het water. Het maaien gebeurt met een kraantje met een maaikorf aan een arm. Het riet word afgevoerd. Houtige gewassen, zoals bijvoorbeeld wilg, worden met een kraan verwijderd.

Ruigtes

Ruigtes zijn een mix van hoogopschietende planten, struiken en houtig opschot, zoals bijvoorbeeld brandnetels, distels en bramen. Het zijn belangrijke nestel- en foerageerplaatsen voor vogels, konijnen en fazanten vinden er dekking en insecten een rustplek. Eens in de 3 jaar worden deze plekken gemaaid, steeds een derde deel. De houtige gewassen worden er uitgetrokken.

Bloemrijk grasland

Dit zijn percelen die bestaan uit verschillende grassoorten, kruiden en bloemen met een natuurlijke uitstraling. In Rottemeren veelal met koolzaad, fluitenkruid en geel raapzaad, een waar paradijs voor insecten en bijen. We gebruiken hier twee verschillende maaimethoden, waarbij het maaisel wordt afgevoerd.

  • 1 keer per jaar maaien en afvoeren (eind augustus). Het afvoeren van het maaisel is om te verschralen. In Nederland geldt in het algemeen hoe schraler de grond des te beter voor de biodiversiteit. Op schrale grond bloeien andere kruiden dan op de doorgaans rijke Nederlandse bodems.
  • 2 keer per jaar maaien en afvoeren (eind juni en 2e week september). Hierdoor verschraalt de bodem nog beter.

In de Eendragtspolder in het plasdrasgebied worden op enkele graspercelen zogenaamde faunastroken in stand gehouden. Dit zijn stroken van 2 meter breed waar in een bepaald jaar niet gemaaid wordt. Deze stroken met hoog opgaand gras en kruiden fungeren als foerageer- en verblijfplaats voor dieren en insecten.

Schouwstroken

Op de meeste watergangen in de Rottermeren zit een schouwplicht. Dat betekent dat de watergangen goed bereikbaar dienen te zijn via schouwstroken op de oevers. Deze stroken worden 3 keer per jaar gemaaid met de klepelbak. Door het klepelen wordt het maaisel verpulverd. De grasresten komen tussen het gras. Hierdoor ontstaat een viltlaag waardoor de draagkracht van het schouwpad beter wordt. Zware machines voor het schonen van de watergangen kunnen daardoor veilig langs de oevers rijden.

Recreatief grasveld

Dit zijn de plekken om te picknicken, spelen, barbecueën en de hond uitlaten. Deze gebieden worden 6 keer per jaar gemaaid met de klepelbak. Ook bij kruisingen en waar de verkeersveiligheid dat vraagt wordt er 6 keer gemaaid.

Bermen en natuurpaden

Bermen worden 7 keer per jaar gemaaid met de klepelbak.  Dit zijn grasstroken van minimaal een meter langs de wegen en fiets- en voetpaden.  De bermen hebben een stevige ondergrond en bieden plaats aan straatmeubilair. Verkeersveiligheid en voorkomen van overgroeien van het pad zijn de redenen voor het frequente maaien. Ook natuurpaden worden 7 keer gemaaid.

Gazon

Deze grasvelden op evenemententerreinen, dagcampings en terreinen voor intensieve recreatie worden met de cyclomaaier 18 keer per jaar gemaaid. Daarnaast worden deze velden regelmatig geverticuteerd, bemest, belucht en bezand. Vaak zijn deze percelen ook gedraineerd.

Sloten

In de sloten worden de waterplanten 1 keer per jaar gemaaid. Het maaisel wordt afgevoerd.

Dijken

In het kader van veiligheid en dijkinspecties wordt voor het broedseizoen de eerste snee gemaaid. Daarna zijn er nog 6 maaigangen op de dijken.

Cookie-instellingen